
Nog voor de Persephone Press, de Vintage Classics of de NYRB Classics was er Virago. Op hun agenda geen 18de eeuwse 'klassiekers' van vrouwelijke auteurs zoals Pandora die eventjes de wereld in stuurde (op een Fanny Burney-uitzondering na dan) maar leesbare romans die schandelijk vergeten bleken, omdat ze te middle class, te middle brow of te vrouwelijk waren. Alleen al voor het opnieuw lanceren van Sylvia Townsend Warner verdienen ze alle krediet. En voor Elizabeth Taylor. En voor Elizabeth Von Arnim. En voor F.M. Mayor. En zo voorts.
Delafields Diary of a Provincial Lady was een onvermijdelijke keuze. Virago besloot echter om nog een aantal andere romans van haar opnieuw uit te geven, o.a. deze The Way Things Are.
Volgens de inleiding is het een komedie, minstens zo goed als E.F. Benson of Evelyn Waugh.
Ik kan er niet meteen een komedie in herkennen. Maar ik heb dan ook moeite om te weten wat ik precies las. Was het een romance? Was het een anti-romance? Allebei? Waarom dan niet meteen ook een komedie?
Onze heldin, Laura is al zeven jaar getrouwd en heeft twee kinderen: Johnnie, haar favoriet, en Edward die haar onverschillig laat. Haar man leeft zijn leven achter zijn krant of in zijn tuin en zij heeft dan wel een paar verhalen gepubliceerd maar lijkt het meeste van haar tijd aan het huishouden, de problemen met de bedienden en de kinderen te spenderen. Ze is te intelligent voor haar omgeving, voor de routine van bridge en onbenullige diners die op het platteland voor entertainment moeten doorgaan, maar ziet niet meteen een alternatief. Tot ze Duke Ayland ontmoet. Ze worden verliefd. Wat fijn zou zijn, indien ze niet getrouwd en moeder van twee was. Het valt niet mee om elkaar in het geheim te ontmoeten en de enkele keren dat het hen toch lukt, beseft ze al gauw dat het weinig zin heeft, omdat ze niet van plan is haar man en kinderen te verlaten. Ze moet hem laten gaan. Einde verhaal.
Is dit een komedie? Als je kan lachen met 'Brief Encounter' misschien. Ook al zitten er best grappige stukken in.
Before the slow pony had drawn Laura and Mr. Mindy in the governess-cart, as far as Applecourt, she perceived that he would provide his own entertainment. In a steady, pleasant, unfaltering way, Mr. Mindy talked, and talked, and talked...
Laura listened to him in something that gradually became a minor form of hypnotic trance.
How interesting Mr. Mindy might be, if only he gave one less at a time, she reflected dreamily.
Helaas lijkt E.M. Delafield een beetje op deze Mr. Mindy. Laura's routine wordt wel tien keer beschreven tot de lezer in deze eindeloze cirkel van gedachten over de kinderen en de ongeïnteresseerde man en de bedienden zelf in een soort hypnotische trance sukkelt. Is dit bedoeld? Het kan niet anders. Telkens de kinderen opdraven, (en het zijn het soort rotkinderen dat je met plezier een oorvijg verkoopt, ttz. normale kinderen, die zich aanstellen, die weinig broederliefde vertonen, aandacht trekken, ziek vallen op de meest onmogelijke momenten, zonder twijfel hand en arm nemen als je hen een vinger toont) lezen we hoe de moeder de voorkeur geeft aan het ene kind en niet aan het andere. Wel dertig keer. Waarom? Onze heldin wordt er niet sympathieker door ook al moet je haar eerlijkheid appreciëren. Maar waarom telkens weer? Is dat een vorm van humor die me is ontgaan, de herhaling als grap?
Het boek is wonderbaarlijk, in de zin dat je denkt dat je het rechttoe-rechtaan kunt lezen, als je niet in de hoekjes en kantjes van de tekst gaat zoeken naar ironie maar je vol doodsverachting in de miskende Laura gooit:
Ayland told her all those things about herself that she most wished to believe, but had been forced to doubt since for so many years no one had appeared to perceive them. Under the magic of his words she could feel herself actually verifying them.
He found her beautiful, and courageous, and lovable and gifted - and she became so.
"I have never been alive before," thought Laura, her mouth trembling.
They talked for hours.
Nothing that they said was new, except to themselves.
Tot je beseft dat het niet lukt om je in de romance te verliezen. Delafield saboteert dat op ongeveer elke pagina. Kijk naar mijn personage, zegt ze. Is ze niet zielig? Heb je er geen medelijden mee? Maar waarom zou je? Ze is banaal.
En je geeft het toe, ja, ze is banaal. Dit hele verhaal is al honderd keer verteld, is een afkooksel van Emma Bovary en haar wilde schare: Effi Briest en Hedwig uit de Koele Meren des Doods en ongeveer alle Ibsenheldinnen en nog zoveel andere negentiende-eeuwse personages die zich stuk lopen tegen de muren van de mannenmaatschappij. We zijn hier dan wel in Engeland en een aantal jaren later en vrouwen slikken niet meer zo nonchalant arsenicum als ze twee kinderen hebben en net zonder gouvernante zitten maar toch, versneden, getemde heldin als ze is, behoort ze toch tot dezelfde stal als de volbloedvrouwen van een generatie voorheen.
En net als je hebt ontdekt dat het boek een flauw afkooksel is van de tragedies van vroeger, denk je: maakt het banale het niet alleen maar erger?
Zijn al die herhalingen, diezelfde gedachtegangen niet een manier om ons mee te geven hoe gevangen deze vrouw wel zit in haar wereld? Ik weet het niet. Het boek eindigt met de onafwendbare ontgoocheling, het opgeven van de liefde. En het gebeurt allemaal zonder het Grote Drama dat alles tenminste nog een glamoureuze nasmaak meegeeft:
In real life, Laura dreamily reflected, a moment of crisis was always followed by days and nights and days of anti-climax. One had to go on. And the thing that had been real and sustaining melted imperceptibly into the thing that was expedient at the moment...
She had renounced him, but she had also half-promised to give herself to him. It was an incredible, inconsistent, and nerve-racking state of affairs.
But things, Laura knew, are like that.
Nee, grappig is het niet. Maar wel levensecht. En het eindigt met de meest trieste woorden die ik in lange tijd las:
But how difficult, Laura reflected, to see oneself as an average woman and not, rather, as one entirely unique in unique circumstances...
It dawned upon her dimly that only by envisaging and accepting her own limitations, could she endure the limitations of her surroundings.
We krijgen drama voorgeschoteld, maar zonder de grootse gebaren, zonder de mogelijkheid om voluit mee te leven, tristesse zonder de kans om de diva uit te hangen, een aanvaarden van het kleine, het normale. Geen wonder dat het niet door lezers (en dan voornamelijk lezeressen, toch de beoogde afzetmarkt) in het hart wordt gedragen. Wie wil zijn eigen trieste leven nog eens in een boek terugvinden zonder dat de situatie is uitvergroot en zonder dat er een uitweg blijkt te zijn?
Virago heeft nog een ander boek van haar uitgegeven: Thank Heaven Fasting. Ben benieuwd of ik dat ergens op de kop kan tikken.